Ga naar de inhoud
Home » Stapsgewijs van waardig naar volmaakt

Stapsgewijs van waardig naar volmaakt

Niets onreins zal worden toegestaan uw huis binnen te komen om het te bezoedelen. (Leer en Verbonden 109:20)


Vóór het betreden van tempels wordt de leden van de kerk de volgende gewetensvraag gesteld: ‘Vindt u dat u waardig bent om het huis des Heren binnen te gaan en aan de tempelverordeningen deel te nemen?’

Soms verwarren we de norm om tempelwaardig te zijn met het gebod om volmaakt te zijn. Ouderling Cecil O. Samuelson benadrukte: ‘Waardigheid en volmaking betekenen niet hetzelfde! We zijn allemaal een ‘werk in uitvoering’. We kunnen waardig zijn terwijl we nog steeds verbetering nodig hebben.’1 Tempelwaardig zijn is wel een significante indicatie dat we ons op het verbondspad van volmaking bevinden.

Dus wat is precies het verschil tussen tempelwaardig en volmaakt?

Christus is volmaakt

Volmaakt betekent ‘voltooid, gaaf, volkomen ontwikkeld; volkomen rechtschapen. Volmaakt kan ook zonder zonde of kwaad betekenen. Alleen Christus was volkomen volmaakt.’2 Omdat Jezus volkomen volmaakt was, is hij de personificatie van volmaking, het ultieme Voorbeeld en Prototype dat onze navolging verdient. In zijn eigen woorden: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. […] Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’3 ‘Wat voor mannen behoort u daarom te zijn? Voorwaar, Ik zeg u, zoals Ik ben.’4

Zelfs toen hij nog een onbelichaamde geest in het voorsterfelijk bestaan was, had Jezus al een goddelijke status. President Joseph Fielding Smith heeft nadrukkelijk verklaard dat Jezus ‘een God was voordat hij in deze wereld werd geboren.’5

Als de Eerstgeborene was hij de rechtmatige erfgenaam van de Vader aan wie het eerstgeboorterecht toebehoorde. Door goddelijke gezagsbekleding formeerde hij als Jehova de aarde, sprak in de eerste persoon namens de Vader en dicteerde Gods wet aan het verbondsvolk van Israël.

Ouderling James E. Talmage legde uit dat ‘de Vader in het scheppingswerk opereerde door de Zoon, die aldus de uitvoerende macht werd door wie de wil, het gebod of het woord van de Vader in werking werd gesteld. Het is daarom zeer passend dat de Zoon, Jezus Christus, door de apostel Johannes wordt aangeduid als het Woord; of zoals de Vader heeft verklaard ’het woord van mijn macht’ [Mozes 1:32].’6 Hedendaagse Schriftuur bevestigt ‘dat door Hem en in Hem en uit Hem de werelden worden en werden geschapen.’7

‘Al de kinderen van God juichten’8 toen hij vóór zijn komst naar de aarde de Gezalfde werd, gekozen en geordend door de Vader om de Heiland en Verlosser van de wereld te zijn.

Bij zijn aardse geboorte ‘ontving [Hij] aanvankelijk niet van de volheid, maar vorderde van genade tot genade, totdat Hij een volheid ontving.’9 Of zoals Lukas optekende: ‘het Kind groeide op en Het werd gesterkt in de geest en vervuld met wijsheid, en de genade van God was op Hem. […] En Jezus nam toe in wijsheid en in grootte en in genade bij God en de mensen.’10 Paulus getuigde dat hij ‘in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde’11 is gebleven. ‘En toen Hij volmaakt was geworden, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden.’12

Wij kunnen volmaakt worden

Christus heeft tijdens zijn aardse leven dus ook een weg van geleidelijkheid doorlopen ‘en pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan […] opdat Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden.’13

Maar alleen hij was, als de Eniggeborene die bovendien volledig zonder zonde bleef, in staat het zoenoffer te brengen als ‘het Lam van God, dat de zonden van de wereld wegneemt, dat machtig is om te redden en te reinigen.’14 Hij is het die, in tegenstelling tot Lucifer,15 werkelijk niemand verloren laat gaan, zelfs ‘alle werken van zijn handen redt, behalve die zonen van het verderf’16 omdat zij willens en wetens anders kiezen.

Door deze barmhartige voorzieningen schroomde hij niet om al Gods kinderen uit te nodigen, ja, te gebieden: ‘Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.’17 Of in woorden na de voltooiing van zijn zoenoffer en opstanding: ‘Welnu, Ik wil dat u volmaakt bent zoals Ik, of zoals uw Vader die in de hemel is, volmaakt is.’18

Ouderling Jeffrey R. Holland zei dat bij dat gebod ‘willen we het liefst terug ons bed in en de dekens over ons hoofd trekken.’ Want zei hij: ‘Zulke celestiale doelen lijken te hoog gegrepen. Maar de Heer zou ons toch nooit een gebod geven waarvan Hij wist dat we dat niet konden naleven?’19

Heiligen in deze bedeling zingen ootmoedig: ‘Huiv’ring wekt dit woord des Heren: weest gij volmaakt!’20 aangezien niemand in dit sterfelijke leven ‘volmaakt kan worden in de zin waarin God als een verheerlijkt Opperwezen volmaakt is.’21 ‘Maar met God mag men ’t proberen: weest gij volmaakt! ’t Volgzaam kind, gelovig dader, kan eens worden als zijn Vader’ beaamt de lofzang geruststellend.

‘Dus laten we in dit leven naar gestage vooruitgang streven zonder geobsedeerd te worden door wat gedragswetenschappers ‘toxisch perfectionisme’ noemen’, concludeert ouderling Holland.22

Het gebod om stapsgewijs naar volkomen volmaking in de eeuwigheid te streven ligt in het verlengde van de wenselijke waardigheid om in de sterfelijkheid tempels te betreden.

Wij kunnen tempelwaardig zijn

‘Waardigheid is een proces, en volmaking is een eeuwige tocht,’ schreef ouderling Marvin J. Ashton. ‘We kunnen waardig zijn om bepaalde voorrechten te genieten zonder volmaakt te zijn.’23

Hoe worden we tempelwaardig?

Minimaal één jaar actief lidmaatschap in Christus’ kerk staaft onze vasthoudendheid aan het initiële verbond van discipelschap en onze integratie als ‘medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods.’24 Het verkrijgen van het Melchizedekse priesterschap door mannelijke leden demonstreert onze bereidheid om te ‘leven naar ieder woord dat uit de mond van God uitgaat.’25 Een cursus ‘Voorbereiding op de heilige tempel’ waarborgt ons begrip van evangeliebeginselen voordat we hogere verbonden sluiten. En een evaluatie met behulp van twee hedendaagse Cherubs, rechters in Israël, onderschrijft tot slot onze geloofsbrieven in de vorm van een tempelaanbeveling.

‘Wie mag de berg des HEREN beklimmen, wie mag staan in zijn heilige stede? Die rein is van handen en zuiver van hart, die zijn ziel niet op valsheid richt, noch bedrieglijk zweert’26, vat de Psalmist de vereisten voor tempelwaardigheid samen.

In onze tijd zijn onder profetische inspiratie vijftien vragen gedefinieerd om ons hart en onze wandel te toetsen.27 Het betreft vragen om iemands geloof en getuigenis in de Godheid en Christus’ verzoening te verifiëren. En ook om er zeker van te zijn dat iemand een getuigenis van het herstelde evangelie heeft en loyaal is aan de leringen en door God gemachtigde leiders van de kerk. Normen als eerlijk zijn en verantwoordelijkheden in het gezin nakomen evalueren hoe principieel en betrouwbaar we zijn. En het onderhouden van geboden als sabbatheiliging en de wet van tiende, de wet van kuisheid en het woord van wijsheid beoordelen ons vermogen tot prioritering en zelfbeheersing.

Het tempelaanbevelingsgesprek dient niet alleen om de heiligheid van het Huis des Heren te beschermen, maar ook om de kandidaat te helpen voldoende voorbereid te zijn op de manier van leven die plechtige tempelverbonden vereisen. Gods kinderen worden immers altijd eerst liefdevol ‘met melk gevoed en niet met vast voedsel’28 dat in de tempel wordt aangeboden. 

‘De norm voor houders van een tempelaanbeveling is niet zo hoog dat zij onbereikbaar is voor ons’, zei ouderling Robert D. Hales van de Twaalf. ‘Het houdt gewoon in dat we het evangelie getrouw naleven en de profeten volgen.’29

Desondanks zullen we in onze menselijke zwakheid wellicht tekortschieten in onze beloften aan de Heer. Ouderling J. Devn Cornish onderwees: ‘Onze zonden rechtvaardigen door te denken: God weet dat het te moeilijk voor me is, en aanvaardt me zoals ik ben, werkt niet. ‘Echt moeite doen’ houdt in dat we doorzetten en de norm van de Heer nastreven die duidelijk in de vragen van het tempelaanbevelingsgesprek bepaald is.’ Hij getuigde dat ‘als u echt moeite doet en niet rationaliseert of in opstand komt, en als u zich vaak bekeert en om de genade of hulp van Christus smeekt, ‘goed genoeg’ zult zijn, dat wil zeggen aanvaardbaar voor de Heer.’30

Ook heeft een vergevingsgezinde Heer uit voorzorg het Avondmaal ingesteld, een heilsverordening voor wekelijkse vergeving op voorwaarde van bekering. Door telkens oprecht bij te sturen, kunnen we onze reis op het verbondspad voortzetten. Deze barmhartige voorziening geldt niet alleen voor degenen die het heilsverbond van de doop hebben gesloten, maar ook voor hen die verbonden van verhoging in de tempel hebben gesloten.

Eindigend met de woorden van een hedendaagse profeet:

Russell M. Nelson

‘Als iemand het huis des Heren waardig wil binnengaan, moet hij of zij zich daar intensief geestelijk op voorbereiden. Maar met de hulp van de Heer is niets onmogelijk. In sommige opzichten is het makkelijker om een tempel te bouwen dan om de mensen op een tempel voor te bereiden. Individuele waardigheid vereist totale bekering van verstand en hart om meer als de Heer te zijn, een eerlijke burger te zijn, een beter voorbeeld te zijn, en een heiliger mens te zijn.

Ik getuig dat een dergelijke voorbereiding ontelbare zegeningen in dit leven brengt en onvoorstelbare zegeningen in het hiernamaals, waaronder de voortzetting van uw gezinsband door de eeuwen heen, in een staat van ‘nimmer eindigend geluk’ (Mosiah 2:41).’31

Voetnoten

  1. Cecil O. Samuelson, 'What Does It Mean to Be Perfect?', Devotional gegeven op 19 maart 2002, Provo Missionary Training Center.
  2. De Gids bij de Schriften, ‘Volmaakt’.
  3. Johannes 14:6, 9.
  4. 3 Nephi 27:27.
  5. Joseph Fielding Smith, Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen. (Salt Lake City: Bookcraft, 1970), 1:32.
  6. James E. Talmage, Jesus the Christ [Salt Lake City: Deseret Book, 1961], 33.
  7. Leer en Verbonden 76:22.
  8. Job 38:7.
  9. Leer en Verbonden 93:13.
  10. Lukas 2:40, 52.
  11. Hebreeën 4:15.
  12. Hebreeën 5:9.
  13. Alma 7:11, 12.
  14. Alma 7:14.
  15. Mozes 4:1 'En Ik, de Here God, sprak tot Mozes en zei: Die Satan, wie u bevolen hebt in de naam van mijn Eniggeborene, is dezelfde die was vanaf het begin; en hij kwam voor mijn aangezicht en zei: Zie, hier ben ik, zend mij, ik zal uw zoon zijn en ik zal het gehele mensdom verlossen, zodat niet één ziel verloren zal gaan, en voorzeker zal ik het doen; daarom, geef mij uw eer.'
  16. Leer en Verbonden 76:43.
  17. Mattheüs 5:48.
  18. 3 Nephi 12:48.
  19. Jeffrey R. Holland, ''Weest u dan volmaakt - uiteindelijk', Liahona, november 2017, 40.
  20. Lofzang 195,  ‘Weest gij volmaakt!'
  21. James E. Talmage, Jezus de Christus, p. 185.
  22. Jeffrey R. Holland, 'Weest u dan volmaakt - uiteindelijk', Liahona, november 2017, 42.
  23. Marvin J. Ashton (1915–1994), ‘On Being Worthy’, Liahona, mei 1989, 20.
  24. Efeziërs 2:19.
  25. Leer en Verbonden 84:44.
  26. Psalm 24:3-4, NBG51.
  27. Russell M. Nelson, ' Slotwoord', Liahona, november 2019, 121.
  28. 1 Kortinthe 3:2.
  29. Robert D. Hales, 'Tot onszelf komen: het avondmaal, de tempel en offervaardig dienen', Liahona, mei 2012, 35.
  30. J. Devn Cornish, 'Ben ik goed genoeg? Ga ik het halen?', Liahona, november 2016, 34.
  31. Russell M. Nelson, 'Slotwoord', Liahona, november 2019, 122.
Google Translator »